7 lessen die we van bomen kunnen leren
Datum: December 10, 2023Bomen zijn eenvoudig; ze zijn vaak groot, lopen of vliegen niet weg en ze hebben een mooi seizoensbeeld. Zeven mooie lessen die we van bomen kunnen leren:
1. De seizoenen
De boom gaat met de seizoenen mee en past zich daar op aan. In de winter is een boom in rust; de herfst is het seizoen om te investeren in vruchten en daarmee in het voortbestaan. In de lente is er maximale groei, een periode waarin alles moet gebeuren. De zomer is ook weer een periode van rust. Dan gebeurt er voor een boom niet zo veel. Vakantie dus.
2. Dood is anders
In de natuur geeft de dood hoe je het ook wendt of keert, voeding voor het heden en de toekomst. Een dood stuk hout komt van een boom die al jaren gegroeid is. Daarin zit een stuk verleden, al die jaren is er energie in opgeslagen. Het geeft weer voeding. Voor allerlei planten en dieren; bijvoorbeeld voor paddenstoelen die het verwerken, voor pissebedden die eronder leven.
3. De boom als spiegel
Een boom kan je aanspreken om zijn grootte, vorm, standplaats. Als mens kun je je spiegelen aan die boom – een grote boom met heel veel takken; gezin, werk, vrienden en mantelzorgtaken. Hoe ga je dat combineren? De boom kan helpen bij het visualiseren van zo’n uitdaging.
4. Wortels
Elke boomsoort heeft zijn eigen manier van wortelen. Zo is een berk een oppervlakkige wortelaar. De eik is juist een hele diepe wortelaar, met een penwortel die meters diep de grond in gaat. En een grote boom heeft meer wortels dan een kleinere boom. Bomen staan onder de grond in verbinding met allerlei andere organismen; het zogenaamde World Wood Web. ‘Een boom heeft ondergrondse vrienden nodig om aan voldoende mineralen te komen, of om te weten waar water is. Bomen helpen elkaar. Wie heb jij om je heen qua netwerk of mensen die jou voeden of steunen? En als je nog geen netwerk hebt, hoe bouw je die dan op? In de natuur ben je omgeven door samenwerking. Bomen kunnen het ook niet alleen.’
5. Ruimte
De manier waarop bomen opgroeien, bepaalt de vorm. Op de ene plek groeien ze naast elkaar, rechtop en dichtbij elkaar, naar het licht toe. De takken aan de onderkant sterven dan vaak af, omdat daar geen zonlicht komt. Zet je dezelfde bomen op de hei, dan zie je dat hij van onderaf takken heeft. Dat is zijn meest oorspronkelijke vorm.
Als een boom volledig de ruimte krijgt, dan groeit hij helemaal uit, maar dan moet hij het wel alleen doen. Groeien bomen dichtbij elkaar op, dan kunnen ze net niet helemaal zichzelf zijn, maar ze hebben wel heel veel steun van de andere bomen.
6. Verwondering
De natuur kan je inspireren en verwonderen. Kinderen hebben dat van nature, die kijken zo anders naar dingen. Het zit hem vooral in de kleine dingen: verwonder je!’
7. Je bent goed zoals je bent
De boom is zoals hij is; hij is niet perfect en streeft niet naar perfectie. Hij is goed zoals hij is, net als jij!
Bron: Norbert Kwint, boswachter en natuurcoach